Aardwarmte


Gebouwgebonden: Isolatie | Bio-ketel | Elektrische ketel | Elektrische warmtepomp | Hybride warmtepomp | Infrarood panelen || Energie­bronnen & -dragers: Aquathermie | Zonnewarmte | Aardwarmte | Warmte-Koude-Opslag (WKO) | Fase­veranderings­materialen (PCM) | Groengas | Waterstof | Warmte­kracht­koppeling (WKK) | Restwarmte | Warmtenetten | Bio-energie voor collectieve verwarming || Overzicht


<img class=”wp-image-4413″ style=”width: 25px;” src=”https://taskforce.wiefm.eu/wp-content/uploads/2022/01/01_Icon_Was_50px_weiss.png” alt=””> Wat is het?

Wat is het?

Aardwarmte of bodemenergie is gebruikmaken van de bodem om warmte en koude aan te onttrekken en in op te slaan. Bodemenergiesystemen (BES) hebben een boordiepte van maximaal 500 meter beneden maaiveld. Dieper dan 500 meter spreken we van geothermie.

Geothermie

Geothermie is de benutting van warmte uit de ondergrond vanaf 500 meter en dieper. Geothermie wordt verder opgedeeld in “Ondiepe Geothermie” van 500 tot 1.500 meter diepte en “Diepe Geothermie” van 1.500 tot 4.000 meter diepte. Naarmate de diepte in de ondergrond toeneemt, neemt ook de temperatuur toe. Op 1 km diepte is de temperatuur ongeveer 40 °C; op twee kilometer diepte circa 70 °C. Geothermie gebruiken we in Nederland al voor de duurzame verwarming van kassen en gebouwen.

Om het warme water te kunnen winnen, boort een gespecialiseerd boorbedrijf onder verantwoordelijkheid van de geothermievergunninghouder twee putten: de productieput en de injectieput. Vanuit de productieput wordt het warme water omhoog gepompt. Een warmtewisselaar haalt de warmte er daar uit zodat die kan worden gebruikt. Via de warmtewisselaar gaat de warmte naar het warmtenet. Het afgekoelde water gaat via de injectieput weer terug in de grond, in dezelfde diepe aardlaag. Bovengronds staan deze putten enkele meters uit elkaar, maar in de ondergrond staat het uiteinde van deze put op ongeveer 1,5 tot 2 kilometer afstand van de eerste put. Zo koelt de warmwaterbron, het reservoir, niet te snel af. Beide putten samen noemen we een doublet.

Afhankelijk van de diepte en capaciteit van de bron leveren geothermieprojecten  een hoeveelheid warmte waarbij je ongeveer 4.000 tot 10.000 woningen kunt aansluiten. Een voorbeeld: bij een kleine bron van 7 MW gaat het om ongeveer 4.000 woningen, bij een grotere bron van 20 MW om ongeveer 10.000 woningen. Het vermogen van de bron (en dus het aantal woningen dat je kunt aansluiten) is afhankelijk van de temperatuur in de bodem en de doorlaatbaarheid van de ondergrond. Van te voren wordt daar een goede inschatting van gemaakt, al is het vermogen pas zeker als de bron is geboord.

Geothermie is als warmtebron vooral geschikt als basislast van een warmtenet, oftewel de minimale hoeveelheid warmte die een groot deel van het jaar nodig is. Zo kan de bron continu aan blijven staan en vrij constant warmte leveren. Door de geothermiebron te ontwerpen voor deze basislast, blijven de kosten beperkt. Er zijn wel meerdere warmtebronnen nodig die het warmtenet voeden om de continuïteit van de warmtelevering te kunnen garanderen aan de afnemers. Geothermie heeft een back-up installatie nodig die kan worden ingezet als de geothermie-installatie periodiek onderhoud krijgt. Deze installatie wordt ook gebruikt voor warmtelevering tijdens pieklast, dus grote vraag in koude perioden. Dit kan een (groen)gasketel, biomassaketel, restwarmtebron of warmteopslag zijn. De combinatie van bronnen is leidend voor de duurzaamheid van het warmtenet. De hoeveelheid en type bronnen is afhankelijk van de piekvraag, bufferingscapaciteit en de infrastructuur.

De warmte uit de bodem wordt als bron gebruikt voor een warmtepomp. De warmtepomp verwarmt het gebouw. In de zomer wordt de koude uit de bodem gebruikt voor koeling. Bij goed beheer is de koude voldoende om het gebouw te koelen en dat is bijna gratis. Met bodemenergie wordt energie uit gebouwen gerecycled. Die energie kun je aanvullen met andere natuurlijke bronnen, zoals omgevingswarmte, zonnewarmte, aquathermie, etc. Zomerwarmte en winterkoude worden bij bodemenergie voor een seizoen opgeslagen in de bodem.

Hoe werkt een warmtepomp in principe?

Een warmtepomp onttrekt energie aan een warmtebron op een laag temperatuurniveau, die zij op een hoger temperatuurniveau brengt (“pompt”) en vervolgens levert aan het verwarmingssysteem van bijvoorbeeld een gebouw. Daartoe wordt een werkmedium (ook koelmiddel genoemd) door vier functionele eenheden gecirculeerd: In de verdamper absorbeert het vloeibare werkmedium de vereiste verdampingswarmte uit de omgeving en verandert het in een gasvormige toestand. De compressor brengt het verwarmde, gasvormige werkmedium op een hogere druk en verhoogt zo de temperatuur ervan tot een bruikbaar niveau. Gewoonlijk drijft een elektrische motor de compressor mechanisch aan. Gasmotoren en zogenaamde “thermische compressoren” die worden aangedreven door aardgas, stadsverwarming of afvalwarmte zijn er nog maar zelden. De condensor geeft de warmte als bruikbare warmte af aan het verwarmingswater. Tijdens dit proces geeft het gasvormige werkmedium warmte af en condenseert (het wordt weer vloeibaar). Vervolgens zorgt het expansieventiel ervoor dat de druk van het werkmedium – dat nu vloeibaar is, maar nog steeds onder druk staat – afneemt. Hierdoor koelt het verder af en stroomt het terug in de verdamper. De cyclus begint opnieuw. Voor meer informatie, zie de rubriek over elektrische warmtepompen.

De meest voorkomende toepassingen van bodemenergie zijn een gesloten bodemwarmtewisselaar (bodemlus) en een open systeem van warmte-koude-opslag (WKO).

Opmerking: In Duitsland wordt voornamelijk gebruik gemaakt van bodemenergie, maar dit wordt “oberflächennahe Geothermie” genoemd, d.w.z. geothermische energie dicht aan de oppervlakte. Dit is dus niet dezelfde als ondiepe geothermie, zoals in Nederland verstaan wordt van 500 tot 1.500 meter diepte. Onder geothermische energie op geringe diepte wordt in Duitsland verstaan de warmte die tot een diepte van 400 meter is opgeslagen in de bodem vlakbij de oppervlakte.

Gesloten bodemwarmtewisselaar (bodemlus)

Een gesloten verticale bodemwarmtewisselaar (VBWW), de zogenoemde bodemlus, is geschikt voor één gebouw of één of meerdere woningen. De VBWW is tevens inzetbaar bij rijtjeswoningen en op wijkniveau. De bodemlus bestaat uit een dikwandige kunststof (PE)-slang, waardoor water of water met bioglycol (ook wel brine) wordt gepompt. Het water neemt de warmte van de bodem op en geeft deze door aan de warmtepomp. De warmtepomp verhoogt de temperatuur, zodat deze geschikt is om een woning of gebouw te verwarmen. Het systeem van bodemwarmtewisselaar en warmtepomp noem je ook wel een gesloten bodemenergiesysteem (GBES).

Voor situaties waar een verticale bodemlus niet mogelijk of wenselijk is, zijn er nog bodemalternatieven, zoals een horizontale bodemlus. Naast de bodem kun je bijvoorbeeld aquathermie, buitenlucht of zonthermie gebruiken als bron. Voor thermische opslag kun je eventueel ook denken aan PCM oplossingen (phase change materials, bijvoorbeeld. ijs- en zoutbuffers).

<img class=”wp-image-4415″ style=”width: 25px;” src=”https://taskforce.wiefm.eu/wp-content/uploads/2022/01/02_Icon_Wo_50px_weiss.png” alt=””> Waar is het geschikt?

Waar is het geschikt?

Landen met vulkanische activiteit, zoals IJsland, kunnen gemakkelijker gebruik maken van geothermische energie dan bijvoorbeeld Duitsland. In IJsland zijn grote krachtcentrales in bedrijf die elektriciteit opwekken met geothermische energie. Dergelijke centrales bestaan ook in Duitsland, maar ze zijn veel kleiner.

Geothermische energie zal geen belangrijke rol spelen voor de elektriciteitsproductie in Duitsland. Het heeft potentieel in termen van warmte. Het gebruik van geothermische energie kan overal zinvol zijn waar het warmtepotentieel van de bodem hoog is. Dit wordt beïnvloed door de thermische geleidbaarheid van de bodem, het vochtgehalte van de bodem en eventuele grondwaterstromen.

Een bodemlus kun je per gebouw aanleggen waarbij het nodig is om één of meerdere boringen te doen. In de bestaande bouw is het niet altijd mogelijk om de boring op eigen perceel uit te voeren. Ook kunnen de kosten hoger uitvallen dan als je het niet op eigen perceel doet, omdat bijvoorbeeld een tuin gedeeltelijk opnieuw moet worden aangelegd. Tot slot kan eventueel in openbare worden worden geboord. Wel dienen gemeenten hiervoor toestemming te verlenen.

<img class=”wp-image-4417″ style=”width: 25px;” src=”https://taskforce.wiefm.eu/wp-content/uploads/2022/01/03_Icon_nachhaltig_50px_weiss.png” alt=””> Hoe duurzaam is het?

Hoe duurzaam is het?

Bodemenergie is een duurzame energiebron. Het is een variant van een all-electric-oplossing voor duurzame warmte. Dat betekent dat er op locatie geen emissies meer zijn. De CO2-uitstoot van het systeem wordt bepaald door de brandstofmix voor elektriciteitsproductie in Nederland, die de komende jaren steeds duurzamer wordt. In welke mate de werking van warmtepompen het milieu ontlast of belast, hangt dus in de eerste plaats af van de hoeveelheid elektriciteit of brandstof die een warmtepomp nodig heeft. Dit wordt bepaald door de jaarlijkse prestatiefactor. Het eigenlijke milieueffect wordt dan veroorzaakt door de opwekking en levering van de elektriciteit of de verbranding van de brandstof.

Verdere broeikasgasemissies ontstaan wanneer broeikasgasemitterende werkvloeistoffen ontsnappen, die warmtepompen bevatten. Het is beter om klimaatvriendelijke alternatieven te gebruiken, bijvoorbeeld propaan (R290).

Het milieueffect van geothermische energie dichtbij de oppervlakte op het grondwater veroorzaakt geen permanente aantasting van de grondwaterkwaliteit, indien de relevante technische voorschriften in acht worden genomen.

<img class=”wp-image-4419″ style=”width: 25px;” src=”https://taskforce.wiefm.eu/wp-content/uploads/2022/01/04_Icon_Akteure_50px_weiss.png” alt=””> Betrokken partijen

Betrokken partijen

Wetgeving

De gemeente is het bevoegd gezag voor de aanleg van gesloten bodemenergiesystemen (GBES). Voor een GBES met een vermogen tot 70 kW geldt een meldingsplicht, boven de 70 kW een vergunningsplicht. Als het GBES is gepland in een door de gemeente aangewezen ‘interferentiegebied’, waar al andere bronnen zijn vergund, dan is ook een vergunning nodig. De interferentiegebieden zijn aangegeven in de WKO-Bodemenergietool.

Gebouweigenaar/bewoner

Bij een gesloten bodemenergiesysteem (GBES) is de capaciteit en prijs voor een huiseigenaar afhankelijk van de isolatiekwaliteit, het gebruik en de grootte van de woning en van het gedrag zowel qua warm water als wat betreft ruimteverwarming. Boring, aanleg van de bodemlus en een warmtepompinstallatie kosten voor een gemiddelde woning € 10.000 – 15.000, afhankelijk van de toegankelijkheid van de locatie. Eventueel komen daar nog de kosten bij van het herstel van de tuin. Boorbedrijven doen hun best om ‘schoon te boren’ met beperkte schade aan de tuin. Bij seriematige aanpak zijn de boorkosten lager. De berekening uit de WKO-bodemenergie tool geeft een eerste indicatie voor een gebouweigenaar/bewoner van de kosten en de opbrengsten van een gesloten bodemenergiesysteem. De tool geeft onder andere inzicht in de investeringskosten, de globale terugverdientijd en de CO2 besparing.

Het elektriciteitsgebruik van een warmtepomp met een bodemenergiesysteem is lager dan bij een lucht-waterwarmtepomp met vergelijkbaar warmtevermogen en er is geen buitenunit die geluid maakt. Bij een gesloten bodemenergiesysteem heb je de mogelijkheid om je gebouw/woning bijna gratis en duurzaam te koelen.

Wordt er een nieuw gesloten bodemenergiesysteem aangelegd? Dan moet dit gemeld worden bij de gemeente. Dit doe je via het digitale Omgevingsloket. Deze melding van het bodemenergiesysteem geeft je een rechtspositie tegen mogelijke verstoringen door andere bodemenergiesystemen.

Gemeente

De gemeente kan een stimulerende rol spelen door voorlichting te geven aan bewoners van woningen en gebouweigenaren van utiliteitsbouw. De beslissing blijft bij de (woning)eigenaar of (vaak in nieuwbouwsituaties) bij de projectontwikkelaar.

Voor gesloten bodemenergiesystemen is de gemeente het bevoegd gezag. Daarom moet de gemeente de gesloten bodemenergiesystemen registreren. De gemeente kan deze taak uitbesteden aan de Regionale Uitvoeringsdiensten (RUD’s).

Er moet contact worden gelegd met de plaatselijke openbare nutsbedrijven voor de bevoorrading van nieuwe ontwikkelingsgebieden of stedelijke gebieden. Bovendien moeten de bevoegde autoriteiten (mijnbouw, waterbescherming, enz.) bij het proces voor de uitvoering van de boorgaten worden betrokken.

Bovendien is het mogelijk om warmte die in de zomer te veel wordt geproduceerd, via de boorgatwarmtewisselaars in de bodem op te slaan en zo het boorgatveld te regenereren (= het in balans brengen van de bron in de bodem wat betreft warmte/koude energie). Daartoe kan het interessant zijn te zoeken naar afvalwarmteproducenten in de buurt. Het gebruik van de afvalwarmte voor de regeneratie van het boorgatwarmtewisselaarveld is bijzonder nuttig wanneer het veld een laag temperatuurniveau heeft en daardoor niet geschikt is voor directe verwarming.

<img class=”wp-image-4421″ style=”width: 25px;” src=”https://taskforce.wiefm.eu/wp-content/uploads/2022/01/05_Icon_Technik_50px_weiss.png” alt=””> Stand van de techniek

Stand van de techniek

De jaarlijkse rendementsfactor geeft de verhouding aan tussen de hoeveelheid warmte die in de loop van een jaar wordt geleverd en de elektrische energie die wordt gebruikt (beide in kilowattuur – kWh) om de warmtepomp, inclusief compressoren en hulpaandrijvingen, aan te drijven. Hoe hoger het jaarlijkse rendement van een warmtepomp, hoe energie-efficiënter, milieuvriendelijker en kosteneffectiever – en omgekeerd.

Uit veldproeven van de afgelopen decennia is gebleken dat de jaarlijkse rendementsfactoren van warmtepompen sterk uiteenlopen. Zo zijn er systemen die een bijzonder hoge energie-efficiëntie bereiken, terwijl andere met een lage energie-efficiëntie werken. De verschillen worden ook bepaald door de gebouwen waarin de warmtepompen zijn geïnstalleerd: in nieuwe gebouwen met overwegend vloerverwarming of in oude gebouwen met overwegend radiatorverwarming. Grondwarmtepompen hebben een jaarlijkse rendementsfactor van 3 tot 4 in nieuwe gebouwen (totale range 2,0 tot 5,4) en van 2,9 tot 3,3 in oude gebouwen (totale range 2,2 tot 4,2). Door de hoge energie-input voor de grondwaterpomp zijn de prestatiecoëfficiënten van grondwaterwarmtepompen iets lager dan zou worden verwacht van de goed geschikte warmtebron en ongeveer vergelijkbaar met die van grondwarmtepompen.

Huidige toepassing

Bodemenergiesystemen worden in Nederland al meer dan 30 jaar toegepast, zowel de open als gesloten systemen. In Nederland zijn meer dan 40.000 gesloten systemen met bodemlussen (GBES) in bedrijf.

De installatiesector is bezig met het opleiden van veel extra installateurs voor het aanleggen van de snel groeiende markt voor warmtepompen. Zie bijvoorbeeld de website van Techniek Nederland.

Verwachte ontwikkelingen

Bij het boren zijn er geen baanbrekende innovaties te verwachten; de techniek is volwassen. Door verdere opschaling zouden de aanlegkosten kunnen zakken, mits toenemende routine zich vertaalt in snelheid en er geen extra kosten bijkomen door veranderende (milieu-)eisen en maatregelen. Bij de warmtepompen zijn de innovaties onder andere gericht op het toepassen van klimaatvriendelijke koudemiddelen en hogere efficiëntie. Een andere ontwikkeling is de toenemende vraag naar koeling in woningen en andere gebouwen door klimaatverandering, betere schilisolatie en hogere comforteisen. Bodemenergiesystemen kunnen deze behoefte aan koeling op een duurzame manier invullen. Verder komen in de nieuwe energieprestatie van gebouwennorm (BENG) eisen voor het voorkomen van oververhitting. Met bodemenergiesystemen wordt direct aan deze eis voldaan. Daarnaast telt bodemenergie mee voor het halen van BENG-eis 2 en 3.

<img class=”wp-image-4423″ style=”width: 25px;” src=”https://taskforce.wiefm.eu/wp-content/uploads/2022/01/06_Icon_Beispiel_50px_weiss.png” alt=””> Voor­beeld­projecten

Voor­beeld­projecten

Naast gedecentraliseerde geothermische boorputten is ook een gecentraliseerde ontwikkeling met geothermische energie en warmtepompen mogelijk.

  • In de stad Warendorf bijvoorbeeld zal een nieuw ontwikkelingsgebied met maximaal 500 wooneenheden worden ontwikkeld. De gemeentelijke nutsbedrijven willen de klanten daar van warmte voorzien via een koud lokaal verwarmingsnet.  Daartoe wordt geothermische energie centraal gewonnen via sondeervelden en via een netwerk van leidingen aan de warmteklanten geleverd. In elk van de aangesloten huizen zal een warmtepomp worden geïnstalleerd om de temperatuur op het vereiste niveau te brengen.
  • In totaal voorziet geothermische energie 650.000 tweepersoonshuishoudens in Duitsland van warmte.
  • In Etten-Leur wordt er een bestaande woonwijk met 600 woningen verwarmd door middel van bodemenergie. In het artikel van BinnenlandsBestuur lees je hier meer over.
  • In Delft worden de nieuwbouwwijken met gesloten bodemenergiesystemen aangelegd. Een voorbeeld hiervan is de nieuwbouwwijk Schoemaker Plantage